- Begin 19e eeuw liet de Haarlemse klokkenmaker Johannes Coelombie 16.000 gulden na. Zijn doel: dit vermogen decennia laten groeien en uiteindelijk inzetten voor armoedebestrijding.
- Bijna 200 jaar later was dit bedrag aangegroeid tot ‘slechts’ 9,2 miljoen gulden, wat neerkomt op een jaarlijks rendement van 3,3 procent.
- Beursexpert Hendrik Oude Nijhuis trekt beleggingslessen uit het verhaal van Coelombie.
ANALYSE – Enige tijd geleden werd ik gewezen op een interessant boekje over een Haarlemse klokkenmaker die – gebruikmakend van het ‘achtste wereldwonder’ – trachtte de armoede in zijn stad Haarlem voorgoed aan te pakken. Hieronder een korte bespreking van dit bijzondere verhaal.
Klokkenmaker laat bijzonder testament na
7 mei 1805. De Haarlemmer Johannes Coelombie, klokkenmaker van beroep, overlijdt op deze dag. Coelombie laat een bijzonder testament na, dat 200 jaar na zijn overlijden geëffectueerd zou moeten worden.
Jaap Temminck schreef in 1999 over deze opmerkelijke nalatenschap een interessant werk: Johannes Coelombie – Het beheer van de nalatenschap van een Haarlemse klokkenmaker.
Coelombie had in zijn testament bepaald dat zijn vermogen, van ongeveer 16.000 toenmalige guldens, uiteindelijk ten doel zou moeten hebben de armen in Haarlem vooruit te helpen. Of, in Coelombies eigen woorden, “de onbeschaamde bedelarije uitroeijen, de armen en noodlijdenden in hun nooddruft verzorgen, aan de kost te helpen en in hun eigen onderhoud helpen voorzien”.
Beleggers zagen het vermogen in rook opgaan
De termijn van 200 jaar wordt later aangepast naar 140 jaar na het overlijden van de laatste van zijn beide huishoudsters. Ze overlijdt in 1859, waarmee de einddatum op 1999 kwam te liggen en de totale beleggingsperiode 194 jaar zou bedragen (van 1805 tot 1999). Maandelijks moest een comité bijeenkomen om "in het geheim" beleggingsbeslissingen te nemen.
Opvallend genoeg geldt dat de meeste leden van dit comité door de jaren heen eigenlijk helemaal niet voor het beleggingswerk waren opgeleid. Ze waren tabaksverkoper, kleermaker, boekhandelaar, kruidenier, arts, apotheker, aannemer of azijnfabrikant.
Coelombie had voor het beheer van zijn nalatenschap wel enige voorwaarden gesteld. Zo wilde hij niet dat er in Frankrijk of Engeland geïnvesteerd zou worden. Eerstgenoemde hield Nederland bezet, laatstgenoemde had misbruik van deze situatie gemaakt. Coelombie was hiervan duidelijk niet gecharmeerd.
Opvallend is dat gedurende de eerste honderd jaar vrijwel uitsluitend in obligaties is belegd. Vlak voor de eerste wereldoorlog bestond het fonds maar liefst voor bijna de helft uit Russische staatsobligaties. Obligaties die na de Russische revolutie vrijwel niets meer waard bleken en waarmee een groot deel van het fondsvermogen in rook opging.
Jaarlijks rendement van 3,3% resulteert in €4 miljoen
In aanloop naar de einddatum, begin 1999, waren hier en daar hooggespannen verwachtingen. Sommigen hadden zelfs een bedrag van een miljard gulden in gedachten. Wie weet - zo was de gedachte - hadden de beheerders aandelen Koninklijke Olie rond de oprichting in 1890 gekocht en deze altijd in de portefeuille aangehouden.
Uiteindelijk maakte het beleggingscomité bekend dat het beleggingsresultaat uitkwam op 'slechts' 9,2 miljoen gulden (omgerekend 4,14 miljoen euro). Voor velen een deceptie.
Het kapitaal werd verdeeld onder een aantal liefdadigheidsinstellingen.
Het jaarlijkse rendement komt neer op 3,3 procent. Een percentage dat overigens in werkelijkheid wat hoger zal hebben gelegen: vooral in de eerste decennia na het overlijden van Coelombie is er aan het fonds ook nog geld onttrokken voor de huishoudsters, die tot hun dood een wekelijks bedrag ontvingen.
Sommige pensioenfondsen en verzekeraars claimen jaarlijkse rendementen van 8 à 9 procent. Hadden de beheerders van het vermogen van Coelombie 8 procent behaald, dan was het vermogen in 194 jaar uitgegroeid tot ruim 22 miljard euro. Bij 9 procent zelfs tot 132 miljard euro. En zo bezien was het gefluister over een miljard gulden toch zeker niet overdreven.
Beleggingslessen uit het verhaal van Coelombie
Het bijzondere verhaal van Coelombie laat beleggers nog maar eens zien hoe krachtig het rente-op-rente effect is. Albert Einstein schijnt dit verschijnsel het 'achtste wereldwonder' genoemd te hebben en de legendarische belegger Warren Buffett heeft zijn rijkdom er voor een groot deel aan te danken.
Toch vallen er uit het verhaal van de erfenis van Coelombie ook nog enkele andere lessen te trekken. Zo was - achteraf gezien - meer spreiding wenselijk geweest, helemaal vanwege de nogal uiteenlopende achtergronden van de beheerders.
Tevens geldt dat sommige beslissingen in de beginfase - en enkele fouten in het vervolg - van grote invloed kunnen zijn op het uiteindelijke resultaat.
Ook dienen beleggers zich ervan bewust te zijn dat de beste landen om in te investeren in de ene eeuw, zeker niet de beste beleggingslanden van de volgende eeuw hoeven te zijn.
Ondanks het toch wel tegenvallende resultaat is het bijzondere plan van Coelombie uiteraard zeer nobel te noemen. Net zo nobel als de opzet van Warren Buffett, die eveneens vrijwel zijn volledige vermogen aan goede doelen schenkt.
Hendrik Oude Nijhuis is medeoprichter van beleggingsfonds ValueMachinesFund en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar.